Ik wil in een organisatie werken waarop ik kan terugvallen
Mike de Scheemaker maakte de afgelopen drie jaar deel uit van het dagelijks MT. Een rol die hij ziet als een soort interim klus. "Ik merkte dat het na 2,5 jaar weer begon te broeien. Dat is het best te omschrijven als een smeulend vuur dat langzaam aanwakkert. Dat geeft onrust bij mij en dan wordt het tijd voor wat anders." Daarom heeft hij onlangs het MT-stokje overgedragen aan Peter Coesmans. Een mooi moment voor reflectie.
Soms voelt Mike de Scheemaker zich een klein jongetje. Een 12-jarig jochie dat tegenover een CEO zit. Maar dat jongetje adviseert wél aan die CEO wat er moet gebeuren. “Dat doe ik zonder twijfel, maar soms lig ik in bed en denk ik: jeetje”, lacht hij. In zijn rol als directielid van P2 had hij datzelfde gevoel. “Dan zeg je: ‘we gaan die kant op’ en dan is er discussie, maar dan krijg je wel het vertrouwen dat je het goed doet. En ook dan denk ik weleens: goh, ze luisteren echt naar mij.”
Je bent P2-er van het ‘tweede uur’. Wat trok je 12 jaar geleden aan om voor P2 te gaan werken?
“Mooie vraag! Ik werk als ZZP’er, ook voor P2. Nog tijdens mijn studie aan de toenmalige HTS ben ik aan mijn eerste interim klus begonnen, als bedrijfsleider van een zwembad in Amsterdam, al wist ik destijds nog niet dat zoiets een interim klus heette. In mijn volgende baan bij NMB Postbank bleek ik in één van de grootste automatiseringsprojecten van de vorige eeuw te zitten – ook dat wist ik niet – en sindsdien heb ik niets anders gedaan dan, al dan niet in een staffunctie, aan projecten en interim opdrachten werken. Dat is een bewuste keuze, omdat het prachtig werk is en omdat je er steeds beter in wordt. Ik sta iedere dag met plezier en vol energie op omdat ik weer aan het werk mag.”
“Het bijzondere van interim klussen is dat het zware vraagstukken kunnen zijn. Het gaat gelukkig bijna altijd over mensen – en ik zeg ‘gelukkig’ omdat mensen het belangrijkste zijn wat er is – maar dat maakt het tegelijkertijd ook complex. Wat ik tijdens mijn opdrachten miste toen ik nog niet was verbonden aan P2, was een vast en beschikbaar netwerk van mensen met wie ik kon sparren of reflecteren. Daar voelde ik mij behoorlijk eenzaam in. Dat was de reden, en toen ook de enige reden, dat ik op zoek ging naar een veilige thuishaven waar ik met mensen het open gesprek kon aangaan over mijn werk. Die thuishaven vond ik bij P2, waarin ik met professionele en fijne collega’s samenwerk. Ik wil in een organisatie werken waarop ik kan terugvallen, waarin ik mij kwetsbaar kan opstellen. Bijvoorbeeld op momenten dat een opdracht minder loopt of wanneer ik kennis, ondersteuning of coaching nodig heb. Daarom is P2 voor mij de passende organisatie.”
Je werkt graag aan de realisatie van complexe veranderingen die zijn vastgelopen of dreigen vast te lopen.
“Ik kom meestal ergens waar medewerkers en management in een organisatie ’s nachts wakker liggen omdat een verandering is mislukt of dreigt te mislukken. Dat zit ‘m dan in een project of onderdeel van een organisatie. Samen met de mensen van de organisatie ga ik kijken of we het veranderproces weer vlot kunnen trekken. Ik noem dat zelf ‘tweaken’, omdat dit vrijwel altijd lukt met dezelfde mensen en met wat meer duidelijkheid, structuur en richting.”
“Zo nu en dan krijg ik op mijn kop van opdrachtgevers, omdat ze vinden dat ik veel méér doe. Daar ben ik mij van bewust, maar tegelijkertijd is dit wel de essentie van mijn aanpak en voer ik interventies uit, afhankelijk van het probleem. Ik word wel eens ‘dokter’ genoemd. Ik kom ergens en kijk wat de ‘patiënt’ mankeert. Ik heb een koffer met medicijnen tot mijn beschikking. Ik schrijf niet altijd paracetamol voor, omdat aspirine of ibuprofen soms beter werken. Maar je moet niet ergens binnen komen en gelijk ibuprofen voorschrijven omdat de ‘patiënt’ zegt hoofdpijn te hebben.”
Dit had nog nooit niemand meegemaakt, je kon niet vragen hoe anderen dit vroeger hadden gedaan.
“Dat is misschien wat plastisch uitgelegd, maar dat is wel wat ik bij organisaties doe. Je kijkt hoe een organisatie in elkaar zit en op basis daarvan beslis je welke interventies passend zijn. Daarbij is het moment belangrijk. Op het moment dat ik ergens een interventie uitvoer, is die waarschijnlijk anders dan wanneer ik die 10 jaar geleden bij dezelfde organisatie zou hebben gedaan. Mensen en organisaties veranderen, groeien, lopen littekens op en beleven successen. Het is niet logisch om te denken dat wat ooit werkte, nu weer werkt. Je moet eerst bepalen waar je in dat moment bent.”
In jouw periode als directielid hebben behoorlijk impactvolle zaken plaatsgevonden: corona, de verhuizing van het kantoor naar Utrecht, de invoering van een nieuw CRM-systeem en het nieuwe eigenaarschap van P2, om maar een paar voorbeelden te noemen. Hoe kijk je daarop terug?
“De coronaperiode was het meest complex. Marinda Gaillard en ik waren net een paar maanden actief als directielid, toen in maart 2020 de coronaepidemie losbarstte. Opeens kregen we te maken met een hele andere manier van werken. Het voordeel daarvan is dat je meteen in het diepe wordt gegooid. Dit had nog nooit niemand meegemaakt, je kon niet vragen hoe anderen dit vroeger hadden gedaan. Dus hebben we samen als bedrijf uitgevonden wat passend was voor P2.”
“Als MT-verantwoordelijke voor o.a. financiën en ICT was de markt mijn eerste zorg: we wisten niet of die in elkaar zou klappen. Dat was het engste. Dan ga je overzicht creëren: hoe staan we er financieel voor en hoe ziet onze orderportefeuille eruit? Het toeval wilde dat we in het laatste kwartaal van 2019 een nieuw CRM-systeem hadden ingevoerd dat al ons werk in detail registreert. Dat bleek achteraf een perfecte timing te zijn geweest, daardoor hadden we snel inzicht in onze orderportefeuille en ook welke opdrachten er wegvielen.”
“Vooral de eerste drie maanden van corona waren erg onzeker: wat gebeurt er nu eigenlijk? Klanten uit de private sector trokken direct de stekker uit opdrachten of opdrachten werden getemporiseerd. Dat zag er niet goed uit, omdat de overheid bij economische crises meestal daarna volgt. Dat bleek nu gelukkig niet het geval te zijn. Maar het was hard werken om het overzicht te houden: waar staan we nu, wat kunnen we wel en niet hebben en hoe zorgen we ervoor dat we niet gaan zinken. Ons CRM-systeem hielp ons daarbij.”
“Wat ook hielp, was dat we in sneltreinvaart medewerkers meenamen in de ontwikkelingen, en minstens zo belangrijk, dat zij daarvoor openstonden. Al snel verbeterde het financieel bewustzijn in de gehele P2-organisatie. Die was daarvoor vrij laag, maar is door corona enorm verbeterd. Na enkele maanden zagen we dat P2 er nog steeds best goed voor stond. Dat gaf overzicht en rust.”
P2 heeft in coronatijd het slot in Rossum verlaten voor een modern pand in Utrecht.
“Het slot in Rossum was een prachtig pand, maar het paste echt niet meer bij het huidige P2. De plek in Utrecht is goed gekozen, we zitten nu veel meer midden in de samenleving. Je merkt dat je als bedrijf veel makkelijker wordt gevonden door potentiële collega’s. Ook qua duurzaamheid zijn we er flink op vooruit gegaan, we hebben nu een prachtig houten kantoorpand en we zijn niet meer zo groot behuisd. Ons pand is vier dagen per week beperkt bewoond, alleen op vrijdag zit het vol. Op zo’n dag mag je best denken: poeh, beetje druk. Prima!”
Ik merk dat ik elke dag trots ben waar we als bedrijf staan.
Waarom past het gedeeld eigenaarschap zo goed bij P2?
“Als er één bedrijf is waar het gedeeld eigenaarschap past, dan is het P2. P2’ers voelen zich heel verantwoordelijk voor hun bedrijf en zijn zeer loyaal naar hun collega’s. Laat ze dan ook meedelen in het eigenaarschap, laat niet alleen een klein groepje profijt hebben van financieel succes. Inmiddels is een groot deel van de medewerkers mede-eigenaar van P2. We hebben onlangs een vergadering van certificaathouders gehad over wat we zouden moeten doen met een positief financieel resultaat. Daar heeft het bestuur van P2 eerst een voorstel voor gedaan en vervolgens zie je dat daar dan tijdens zo’n vergadering een mooi gesprek over plaatsvindt. Dat versterkt bij mij het beeld dat de keuze voor een gedeeld eigenaarschap een goede was. Het zorgt er ook voor dat P2’ers nóg meer loyaal zijn aan de organisatie en hun collega’s, omdat ze willen dat P2 succesvol blijft. Je kijkt als mede-eigenaar toch net met een wat andere blik. We blijven een bedrijf dat zich niet focust op ‘shareholdersvalue’ maar op ‘stakeholdersvalue’, om er een paar Angelsaksische termen in te gooien. Het gaat niet alleen om winst maken, daarom zijn we ook een B-Corp organisatie. Ik ben er ontzettend trots op dat we het gedeeld eigenaarschap voor elkaar hebben gekregen. Dit is écht iets wat je samen moet doen, anders gaat het niet lukken.”
Je hebt onlangs na 3 jaar afscheid genomen als directielid bij P2. Wat heeft jou in die tijd het mooiste inzicht opgeleverd?
“Ik merk dat ik elke dag trots ben waar we als bedrijf staan. Als ik in ons kantoor rondloop, moet ik oppassen om niet de hele tijd te lachen. We waren al een mooi bedrijf, maar we zijn naar een nog mooier bedrijf gegroeid, ook omdat het nu van ons samen is, ook omdat we eraan werken om steeds meer een duurzame bijdrage te leveren bij onze klanten. Ik denk dat ik daardoor de afgelopen jaren nog trotser op P2 ben geworden. Het heeft mij daarnaast persoonlijk opgeleverd dat ik nog beter weet wat ik kan en wil, maar ook wat ik niet goed kan en wil.”
“Ik heb het nooit zo uitgesproken, maar ik heb deze 3 jaar gezien als een soort interim klus, passend bij mijn verleden. Een aantal mensen had dat door, een aantal ook niet, die waren teleurgesteld dat ik na 3 jaar alweer stop met deze interne rol. Drie jaar is tot nu toe de max waar ik ergens in een rol zit, dat blijkt bij mij te passen. Ik merkte dat het na 2,5 jaar weer begon te broeien. Dat is het best te omschrijven als een smeulend vuur dat langzaam aanwakkert. Dat geeft onrust bij mij en dan wordt het tijd voor wat anders. Vaak proberen anderen je dan van het tegendeel te overtuigen, maar ik heb geleerd in dit soort gevallen juist niet naar anderen te luisteren.”
Hoe heb je de afgelopen 3 jaar het leiderschap ervaren?
“Leiderschap gaat over richting geven en soms vertellen wat er moet gebeuren. Dat is iets anders dan zeggen hoe iets moet gebeuren. Laat dat lekker aan de mensen zelf over, geef hen het vertrouwen. Dan komt het meestal wel goed. Leiderschap betekent ook bijsturen wanneer dat echt nodig is. Zoals bij iedere organisatie is dat bij P2 soms ook nodig en dan moeten er stevige gesprekken worden gevoerd. Of een interventie doorvoeren, die niet door iedereen wordt gewaardeerd. Ik ben mij de afgelopen jaren er nog bewuster van geworden hoe leuk ik het leiding geven vind.”
Eens in de paar jaar ga je met je vrouw Ineke een fietstocht in een ver buitenland maken. Wat brengt dat jou/jullie en welke volgende verre reis staat op het programma?
“Oh, die had ik niet verwacht! Wat een leuke vraag! Op mijn 15de heb ik het boek ‘Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen’ van journalist Wim Dussel gelezen. Het gaat over een groepje mensen dat in het kader van het 200-jarig bestaan van de Verenigde Staten een fietstocht maakt van Oost naar West, 7.000 kilometer. Een van die fietsers is een jongen van 15, die zich overigens voordoet als iemand van 18. Dat boek heeft mijn leven veranderd.”
“Ik was zo enthousiast over de beschrijving van deze fietsreis, dat ik besloot zelf ook tijdens vakanties op de fiets te gaan reizen. Sterker nog, om eens in de zoveel tijd een lange fietsreis te maken. Op mijn 18de heb ik voor het eerst een reis van 2 maanden door Canada gemaakt, samen met een vriendje van 17. Moet je je voorstellen: er was geen internet, geen mobiele telefonie, niks. Nu ga ik elke 3 à 4 jaar een lange fietstocht maken, samen met mijn vrouw Ineke. Ik heb haar op de HTS leren kennen, zij is mijn veilige privé thuishaven. Voorwaarde van onze verkering was destijds dat zij ook van lange fietstochten moest houden (lacht). Ook onze dochter Floor is jarenlang meegegaan, eerst in de buik van Ineke, toen in een aanhanger, daarna op een aanhangfiets en ten slotte zelfstandig.”
“Vorig jaar hebben we 3 maanden door de Outback van Australië gefietst, bijna 7.000 km. We moesten iedere dag goed plannen voor voldoende water en veiligheid, de omgeving was indrukwekkend, maar de omstandigheden waren niet altijd gemakkelijk. Er waren dagen dat we in 24 uur maar 20 mensen tegenkwamen. We hebben inmiddels veel van de wereld gezien. Het gaat ons tijdens onze fietstochten vooral om de mooie ontmoetingen die we hebben met mensen. Het voordeel van fietsvakanties buiten de normale paden is dat mensen naar jou toekomen omdat je bijzonder bent, er is altijd tijd voor een gesprek en je krijgt voortdurend eten en slaapplekken aangeboden.”
“Ik zie de lange fietstochten als ‘afstand nemen’. Ik vind iets bijdragen tijdens mijn werk heel belangrijk, maar ik vind mijzelf ook heel belangrijk (lacht). Als ik werk, ben ik fanatiek, ik kan niet anders. Maar je moet ook weten dat je prima zonder dat werk kan en dat er andere leuke dingen in het leven zijn. Onze werkgevers en opdrachtgevers weten dat we eens in de zoveel jaar een lange reis maken, daar is nooit discussie over. We laten ons daarin niet door anderen leiden. Dat maakt het gemakkelijker om weg te gaan.”
“Wat het volgende plan is? Dat weten familie en vrienden pas zeker als we in het vliegtuig, bus of trein zitten, maar bovenaan ons lijstje voor een volgende lange reis staat Japan. Het land fascineert ons al lange tijd. Ik heb dit weekend aan chat GTP gevraagd waar onze fietsreis dit jaar naar toe zou moeten gaan, dat vond ik wel grappig. Waarschijnlijk gaan we haar advies opvolgen.”
Je gaf eerder aan dat je idealiter maximaal 3 jaar op een opdracht zit en dat je het MT ook als zo’n ‘klus’ hebt beschouwd. Wat is je volgende uitdaging?
“Geen idee! Ik ben daar wel over aan het nadenken en gesprekken hierover aan het voeren. Dat kan binnen P2 zijn, maar ook daarbuiten. Ik heb het nu weer naar mijn zin met een interim opdracht bij een klant. En ik volg een leergang ‘Toezicht houden’, om te kijken of een rol in een Raad van Commissarissen of een Raad van Toezicht iets voor mij kan zijn. Mijn ervaring, het tijdsgewricht en de wereld waarin ik leef geven mij de mogelijkheid om te kunnen kiezen, dat voelt voor mij als een luxepositie. Ik zie het soms als een grote speelgoedwinkel, waarin ik iets zomaar iets mag pakken. Dat kan een weloverwogen keuze zijn of iets dat zomaar op mijn pad komt. Als het maar spannend is. Anders word ik ongedurig en rusteloos.”