'Ik trok P2 aan als een warme jas"
Na 18 jaar verlaat Karsten Schipperheijn P2 en wordt hij directeur van Vogelbescherming Nederland. P2'ers omschrijven hem als één van de bouwers van het bureau, ook al bestond het bureau al twaalf jaar toen Karsten startte. “Ik fietste er regelmatig langs toen ik nog bij de provincie Noord-Brabant werkte, zag het bord met ‘Proces- en projectmanagers’ en dacht: als ik later groot ben, wil ik daar werken. Ze zijn erin getrapt. En ik trok P2 aan als een warme jas.” Een interview met Karsten over de ontwikkeling van P2, de bijzondere projecten die hij heeft begeleid en hoe je lef, mensgerichtheid en creativiteit kan inzetten om mooie resultaten te bereiken.
Warm bad
“Toen ik bij de provincie werkte, heeft mijn team aan P2 gevraagd mee te dingen naar een opdracht. Alle andere uitgenodigde bureaus deden een PowerPointpresentatie. Paul Manders van P2 niet, hij wilde eerst een goed gesprek. Toen waren we om. Ik werd vervolgens wel eens uitgenodigd voor een denkbijeenkomst bij P2. Dan voelde het als een warm bad. Maar Paul vond P2 niks voor mij als werkgever. Hij zag mijn toekomst eerder als strategisch adviseur van een minister dan als projectmanager. Ik had toen vooral ervaring als lobbyist, ik was van de besluitvorming, communicatie en beïnvloeding.”
Was dit mijn beroep?
“Ik keek op tegen de mensen van P2. Ze deden grote abstracte projecten, ze hadden veel inhoudelijke kennis en ik heb me afgevraagd of dat mijn beroep was. Ik denk dat mijn ervaring in het complexe Bossche Museumkwartierproject de doorslag gaf om mij aan te nemen. Hier werd het Stedelijk Museum en het Noord-Brabants Museum onder een dak samengebracht door renovatie en uitbreiding van het Noord-Brabants Museum, gecombineerd met nieuwbouw van het Stedelijk Museum. Een bestuurlijk en logistiek interessante puzzel met vele stakeholders.”
Met een theelepeltje
“Eenmaal binnen ontdekte ik al vrij snel dat project- en procesmanagement echt bij me past. Je krijgt bij P2 een zogenaamd landingsmaatje. Mijn maatje Mireille Wiegman heeft me het vak met een theelepeltje toegediend. Ik startte samen met haar met een opdracht bij de gemeente Leidschendam-Voorburg. Ik leerde hapje voor hapje de finesses van het vak kennen. In die tijd heb ik zelfs de verbouwing van mijn nieuwe huis proces- en projectmatig aangepakt. Vervolgens kreeg ik steeds complexere opdrachten.”
Van huurling naar herder
“Destijds ging proces- en projectmanagement in Nederland niet goed. Daar verbetering in brengen was onderdeel van de missie van P2. Procesmanagement gaat vaak nog steeds slecht. En dat het slecht gaat, heeft doorgaans niets te maken met de inhoud, maar met niet goed samenwerken. Goed samenwerken is niet eenvoudig. Als P2 streven we altijd naar een vitaal resultaat waarbij we mensen, ideeën en inhoud verbinden. In het verleden betekende vitaal vooral: tijdbestendig. Het resultaat moest ook standhouden nadat wij waren vertrokken. We begonnen als huurlingen en werden steeds meer herder: met de drijfveer om de wereld steeds een beetje duurzamer te maken.”
Kansen
“Vanaf 2009 werd ik partner en kwam ik in het MT. Ik moest wennen aan de rol van MT-lid. Ik was ineens niet meer één van het team. Dat vond ik lastig, want hoe blijf je dan toegankelijk? Daar heb ik intervisie buiten P2 voor gedaan. Als leidinggevende kan je eenzaam zijn. Al had ik bij P2 wel de luxe van mede-partners. Toen in 2012 mijn vader ernstig ziek werd, nam ik even afstand van de MT-rol en wilde ik alleen projecten doen. Daarna heb ik de rol van MT-lid weer opgepakt tot 2021. Die rol werd toen groter, want P2 groeide. We hadden om die reden een directeur aangetrokken, want wij als MT-leden zagen nog vanuit het beeld van een kleinere organisatie het managen van P2 als corvee, je deed het erbij. Die directeur… het werkte bijna. Toen kwam de vraag: wie wil het MT samenstellen? We keken elkaar aan, niemand wilde, ik stak mijn vinger op. Als ik iets heb geleerd: er doen zich altijd kansen voor, grijp ze. Het inmiddels grotere P2 vereiste professionalisering op alle gebieden, zoals HR en leren, management van teams, ICT, strategie en communicatie. Het leiden van het management in deze fase vond ik geweldig om te doen.”
Standpunt
Mogelijk ga ik bij Vogelbescherming Nederland mijn positie als onafhankelijke samenwerkingsdeskundige tussen de partijen in missen, maar om eerlijk te zijn kon ik ook bij P2 niet meer onafhankelijk zijn. Ik ben steeds meer het belang gaan invoelen waar het gaat om klimaat, natuur en duurzaamheid. Ik heb bijeenkomsten gefaciliteerd over de verbreding van de thema’s natuur, stikstof, water en klimaat rondom de kabinetsformatie in 2022. Voorafgaand sprak ik met mensen over een integrale aanpak van het stikstofprobleem. Het heeft niet geholpen en dat frustreert. Ik snap dat het onderwerp onwelgevallig is, maar het probleem wordt alleen maar groter. Een Duits onderzoek toont aan dat sinds 1989 75% van de insecten zijn verdwenen en ook in Nederland verliezen insecten snel terrein. En daarmee bloemen, planten en vogels.”
Mogelijkmaker
Gevraagd welke bijdrage hij heeft geleverd aan P2 is zijn antwoord: “Er is niet één bijdrage die ik alleen op mijn conto kan schrijven. Wat ik kan: geweldige ideeën en energie signaleren en er richting aan geven. Ik ben een mogelijkmaker en ben soms degene die duidelijk maakt dat iets niet kan; degene die de lastige gesprekken voert, want het collectief van zeventig man is belangrijker dan het belang van één, hoe belangrijk ieder individu ook is. Ik wil dat mensen zich gezien en gehoord voelen, dat ze weten dat ze een foutje mogen maken, dat het oké is als je het niet weet. Ik stimuleer mensen om mee te denken en ik help mensen graag om in zichzelf te ontdekken waar zij sterk in zijn en om hen vervolgens te laten groeien. Dat wil ik ook meenemen naar Vogelbescherming.”
Ruimte voor de Waal
Karsten was omgevingsmanager, plaatsvervangend projectmanager en verantwoordelijk voor de besluitvorming bij het project Ruimte voor de Waal. Een project dat internationaal aandacht en aanzien kreeg, juist omdat het een iconisch voorbeeld was van hoe de Nederlandse rivieren in het brede programma Ruimte voor de Rivier op bijzondere wijze de ruimte krijgen. Een opgave waarbij in het hart van Nijmegen dijken werden verlegd, een nieuwe nevengeul werd gegraven, natuur- en recreatiegebieden werden ontwikkeld, drie nieuwe bruggen zijn gebouwd en er een stadeiland in de Waal is gerealiseerd. Karsten: “Er was echt flow in het team, alles was gericht op een goed resultaat. Ik kon er heel veel van mezelf in kwijt. Met mijn achtergrond in communicatie hebben wij een integrale communicatie-aanpak ontwikkeld, samen met mensen uit de omgeving en de stad. De technische term Dijkteruglegging Lent hebben we veranderd in Ruimte voor de Waal Nijmegen. We zorgden er bijvoorbeeld ook voor dat mensen de verandering van het gebied tijdens de bouwfase dagelijks konden volgen en er altijd mensen beschikbaar waren voor rondleidingen.”
Buffer van coulance
“Voor Ruimte voor de Waal formuleerden we drie waarden: hoe groot het project ook is, het is altijd menselijk. En we maken niet 26 verschillende projecten, maar één gebied dat er toe doet. Plus de waarde ‘we maken iets groots, maar we zijn te gast’. Dit vanuit het besef dat we overlast veroorzaakten, maar dat we het tot een minimum probeerden te beperken. Dat betekende bijvoorbeeld: als het stoffig was, dan sproeiden we vaker. Was het modderig? Dan vaker vegen. Mensen zien dat. Als een project een menselijke maat krijgt, als je benaderbaar bent, dan creëer je, zoals ik dat noem, een buffer van coulance. Mensen gaan als er iets aan de hand is niet meteen naar de media, maar lopen eerst even naar de bouwkeet: kan je dit oplossen? Ook bij de opgave Noordas Rotterdam ging het om waarde toevoegen. Hoe krijg je ondanks de komst van een snelweg een beter gebied? Ik kende het minder goede voorbeeld zelf van de polderweg in de Vijfheerenlanden, waar ik ben opgegroeid. Die werd opgesplitst door de A2 en de A27. De sociale verbinding tussen de gebiedsdelen verdween vrijwel. Hoe voorkom je dit door aandacht voor verbinding? Bij de Noordas investeerde de regio voor extra kwaliteit in verbindingen en inpassing, aanvullend op het Rijk.”
Lef
Lef is én van de kernwaarden van P2. Gevraagd naar wat dit voor rol voor Karsten speelt, vertelt hij: “Vernieuwing lukt alleen als je lef hebt. Het lef om iets ongebruikelijks te doen, daar zit mijn creativiteit in. Lef is gekoppeld aan: het mag mislukken. En de lol van zo hebben we het nog nooit gedaan, en het dan toch doen. Soms zit lef ook in nee zeggen. Ik schreef voor een provincie twee scenario’s voor een opgave. Ze kozen voor een slappe middenweg. Ik trok me om die reden terug en mijn stuk ook. Dat was daar tot die tijd nog nooit gebeurd.”
Een groep aanzetten
“Ken je de film As it is in heaven? Dat gaat over een dirigent die na een inzinking terugkeert naar zijn geboortedorp. Hij gaat op zoek naar de oerklank van het plaatselijk koor en de lol van het samen zingen. En dan zingt Lena haar lied. Op dat moment gaat hij achter haar staan. Dat is het leiderschap dat ik wil bieden. Leiden is een groep aanzetten. En dat betekent dat je er zelf ook moet staan, niet altijd voor de groep, maar soms juist erachter. Ik zeg altijd, je werkt niet bij P2, je vormt P2. Samen. Ik ben trots op P2 en wat er nu staat. Een flexibel bureau met gedreven mensen die dagelijks steun bij elkaar vinden om de meest complexe opgaven in Nederland aan te vliegen en zo de wereld steeds een stukje mooier maken. Ik vind het geweldig dat ik daar mijn rol in heb kunnen spelen.”