Culemborg pakt het procesmatig aan.
In uitbreidingswijk Parijsch was de gemeente Culemborg van plan om 1355 woningen te realiseren. Daarvoor koos men voor een publiek/private constructie. De helft van de woningen is inmiddels gebouwd. Voor de overige woningen besloot de gemeente het anders aan te pakken, passend bij deze tijd. Méér woningen, met nog meer oog voor duurzaamheid, leefbaarheid, klimaatadaptatie en betaalbaarheid.
Ine van den Hurk werd in eerste instantie betrokken bij dit traject om de samenwerking binnen de gemeente en tussen de gemeente en de publiek/private constructie te verbeteren. Met een focus op belangen in plaats van standpunten. Nu de samenwerking goed loopt kijkt men samen naar het laatste veld in de wijk. Ine: “De gemeente onderzoekt of er 100 à 150 woningen toe te voegen zijn aan het geplande aantal, zodat het aanbod van betaalbare woningen toeneemt, afwijkend van het bestemmingplan. We zijn gaan kijken hoe we binnen het bestaande financiële kader op een andere manier kunnen bouwen.”
Hoe realiseer je een groene, klimaatadaptieve, betaalbare wijk? Dat was de opgave van de gemeenteraad. Ine: “Deze opgave vraag om creatief denken. We kijken onder meer anders naar mobiliteit. Parkeren en asfalt nemen het meeste ruimte in. Het is dus zaak om daar slim mee om te gaan, met deelauto’s, hubs en autovrije delen. Creatief denken betekent ook bestaand beleid en bestaande regels durven loslaten. Bijvoorbeeld een parkeernorm of de standaardbreedte van een straat of stoep.”
Een andere aanpak betekent ook oog hebben voor elkaars belangen, vertelt Ine: “We hebben eerst gekeken naar de rollen van de gemeente, dat een algemeen belang heeft en een belang in de publiek/private samenwerking. Deze heeft een eigen directeur en projectleider. We hebben gestuurd op aan de voorkant ontwerpen en samen doen. Dat betekent tegenstellingen bespreken, ook met de bouwers, en belangen benoemen.”
Aan de voorkant investeren betekent dat je aan de achterkant sneller kan gaan.
"Voor de nieuwe wijk organiseerden we ontwerpateliers. Verschillende disciplines, zoals groen en mobiliteit, hebben we hierin onderzocht. Rekenen, tekenen en betaalbaarheid laten we gezamenlijk oplopen. Meestal start een dergelijk traject met een mooi ontwerp, nu hebben we ook beheer, onderhoud en financiering naar de voorkant gehaald. Beleidsmedewerkers, beheerders, bestuur en de drie samenwerkingspartners, iedereen wordt hierin betrokken. Zo ontstaat er een goed doordacht plan waar iedereen zijn handtekening onder kan zetten.”
In het begin was het wennen voor betrokkenen, vertelt Ine, omdat de realisatie van de nieuwe wijk niet meteen projectmatig maar procesmatig wordt aangepakt: “Dat betekent vaste ideeën loslaten en vooraf niet weten wat er uit komt. Gesprekken worden nu opener gevoerd. In plaats van de toetsrol die de gemeente doorgaans had, werken we nu aan de voorkant van het proces integraal samen. Dat verandert veel in de verhoudingen. Waarom is er bijvoorbeeld een parkeernorm? Is er een ander perspectief mogelijk? Waarom wil je een bepaald type woning bouwen? En waarom wil de andere partij een ander type woning? Dit gaan niet over compromissen sluiten, maar echt kiezen voor een ander concept.”
Ine ziet dat er vertrouwen is ontstaan door deze aanpak: “Het is mooi om te zien dat de betrokken partijen niet alleen meer praten met elkaar, maar dat ze echt durven deze koers te pakken; durven experimenteren en er voor gaan. Experimenteren met pilots in andere wijken bijvoorbeeld. De uitdagingen die de gemeente Culemborg op deze manier aanpakt zijn een landelijk probleem. Geen enkele partij kan dit alleen. Culemborg durft de stap te zetten om er samen te komen.”