Meer regie op het gebruik van het water, het was tijd voor nieuw vaarbeleid.
De Amsterdamse grachten zijn een icoon. Bewoners, buitenlandse toeristen of Nederlands dagjesmensen: op zonnige dagen of tijdens evenementen als Amsterdam Lightfestival trekken veel mensen het Amsterdamse water op. Maar met de groei van het aantal toeristen en de grote hoeveelheid Amsterdammers met een boot, groeit ook de drukte op het water. Dit tot ongenoegen van bewoners op en aan de grachten.
Al lange tijd probeert de gemeente Amsterdam nieuw beleid te maken. Het doel is om enerzijds de groeiende drukte en overlast op het water tegen te gaan. Anderzijds moet de gemeente voldoen aan Europese regelgeving: de vergunningen voor de pleziervaart (onder andere rondvaart) moeten open en transparant onder geïnteresseerden worden verdeeld. De gemeente wilde het nieuwe beleid bij voorkeur samen met de bewoners, recreatieve gebruikers en de reders maken, maar de grote en tegenstrijdige belangen van reders en bewoners maakten dit een ingewikkelde puzzel om te leggen.
Hoe kom je tot goed beleid, met draagvlak en hoe organiseer je vervolgens gedegen politieke besluitvorming? Hier hebben P2’ers Anne en Anouk hun tanden in gezet. Als olievrouwtjes hebben zij zich onder andere beziggehouden met: het bepalen en schrijven van het nieuwe vaarbeleid, de stakeholderparticipatie geregisseerd en waren ze verantwoordelijk voor de besluitvorming van diverse beleidsstukken, waaronder het nieuwe vaarbeleid dat in het voorjaar 2019 is vastgesteld.
Leerbare grachten en een transparant vergunningsstelsel. In het nieuwe vaarbeleid worden er onder andere maatregelen getroffen om de illegale rondvaart tegen te gaan, overlast op het water te beperken en er zijn meer middelen voor handhaving. Daarnaast bevat het kaders voor een nieuw vergunningsstelsel, waarin nieuwe aanbieders ook ruimte krijgen om toe te treden op de markt, zonder dat de drukte op het water groeit. Een mooi resultaat!