Veiligheid op de weg willen we allemaal. In Nederland is duidelijke wetgeving over wie van welke wegen gebruik mag maken. En dat werkt over het algemeen prima. Er is alleen 1 uitzondering: de speedpedelec. Deze wordt beschouwd als bromfiets, maar heeft het uiterlijk van een fiets. Hoe zorg je voor een eenduidige methode waardoor alle speedpedelec-gebruikers zich veilig en comfortabel voelen in het verkeer, ondanks dat er geen wetgeving is die dat voor ze regelt? P2 mocht met dit vraagstuk aan de slag.
In Nederland zie je ze steeds vaker rijden: speedpedelecs. De speedpedelec ziet eruit als een fiets op de rijbaan, maar wordt sinds 2017 gecategoriseerd als bromfiets. Speedpedelecs moeten daarom binnen de bebouwde kom op de rijbaan rijden. En daarin schuilt een probleem. Speedpedelec-gebruikers voelen zich niet altijd veilig op de rijbaan en automobilisten schrikken regelmatig als ze ineens een ‘fiets’ op de rijbaan zien rijden. De speedpedelec-gebruiker de keuze geven om op het fietspad of op de rijweg te rijden, lijkt een logische oplossing. Maar dat is niet zo simpel. Voorlopig is hier namelijk nog geen wetgeving voor.
Tour de Force is een samenwerkingsverband van 23 partijen: overheden, marktpartijen, maatschappelijke organisaties, kennisinstituten en platforms. Deze organisatie zet zich in voor ‘de fiets’ in Nederland. De speedpedelec valt hier volgens hen ook onder. P2 kreeg van Tour de Force de volgende vraag:
‘Op welke manier kunnen we landelijk keuzevrijheid bieden voor het gebruik van het fietspad door de speedpedelec? Ontwikkel een organisatiemodel waarmee dit door middel van 1 of meerdere pilots op een eenduidige manier in heel Nederland kan worden gerealiseerd.’
P2-procesmanagers Nadieh Roodbeen en Thomas Degen gingen met deze uitdaging aan de slag. “P2 staat bekend om haar procesmatige aanpak”, legt Thomas uit. “Onze focus op draagvlak creëren en checken op haalbaarheid van bepaalde plannen, past goed bij de vraag die we van Tour de Force kregen. Dit proces heeft een experimenteel karakter met een grote gedragscomponent. Dat vraagt om een creatieve benadering. Hier hadden Nadieh en ik allebei ervaring mee.”
Bij het ontwikkelen van het organisatiemodel was de ‘Werkgroep speedpedelec’ van Tour de Force betrokken. Deze werkgroep bestaat uit de volgende partijen: provincies Gelderland, Noord-Brabant en Utrecht, de gemeentes Rotterdam, Utrecht, Amersfoort, Amsterdam en Almere, het CROW, Rijkswaterstaat en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
“Eenduidigheid was echt het kernbegrip in dit proces”, zegt Thomas. “Want je wil natuurlijk niet dat speedpedelec-gebruikers op verschillende plekken in Nederland met verschillende regelingen geconfronteerd worden. Onze eerste stap was daarom inventariseren hoe alle partijen tegenover het idee van keuzevrijheid stonden. We brachten de ambities en behoeftes van de verschillende partijen in kaart. We merkten dat hier best grote verschillen in zaten. Ook kwam het bijvoorbeeld voor dat er bij een provincie wel draagvlak was voor het bieden van keuzevrijheid door de speedpedelec, maar dat er binnen die provincie gemeentes waren, waarbij dit onderwerp minder prioriteit had.”
“De typering per gemeente of provincie zorgde voor verschillen in belangen, maar uiteindelijk had iedereen hetzelfde doel voor ogen: de veiligheid voor speedpedelec-gebruikers verbeteren”, zegt Nadieh. “Wij vinden het belangrijk om ons op de gezamenlijke belangen te richten, omdat je daar uiteindelijk verder mee komt. Gedurende het hele traject benadrukten we deze belangen bij de verschillende partijen. Hiermee stimuleerden we dat de ‘neuzen weer dezelfde kant op stonden’.”
De inventarisatie leidde tot 2 scenario’s:
Het werken met pilots op grote schaal als tijdelijke overbrugging tot er wetgeving op dit gebied is (lange termijnscenario).
We weten nog niet of er wetgeving op dit gebied komt en hoe deze wetgeving er eventueel uit komt te zien. De pilots zijn een middel om te leren wat het beste werkt om uiteindelijk tot een goede, eenduidige manier te komen om het rijden met een speedpedelec zo veilig mogelijk te maken (korte termijn scenario).
Deze 2 scenario’s werden vervolgens uitgewerkt in een werksessie.
Voordat dit proces begon, werd er op verschillende plekken in Nederland al geëxperimenteerd met het geven van keuzevrijheid aan de speedpedelec. Zo kun je in Amersfoort en Rotterdam ontheffing aanvragen op de gebruiker en het kenteken. In Gelderland is met onderborden aangegeven op welke fietspaden speedpedelecs welkom zijn. “We hebben deze provincies en gemeentes bij het ontwerpen van het model ingezet als experts”, zegt Nadieh. “Want het is natuurlijk zonde als je geen gebruik maakt van de kennis en ervaring die er al is. Zo wisten we bijvoorbeeld dat het werken met onderborden goed werkt, maar dat het ook een dure oplossing is. Bij deze oplossing moeten er namelijk verkeersborden komen en bij elk fietspad moet bekeken worden waar speedpedelecs wel en niet mogen komen. Deze informatie konden we goed gebruiken bij het ontwerpen van het organisatiemodel.”
“We vonden het belangrijk dat iedereen gedurende het traject aan het woord kwam”, zegt Thomas. “Daar waren we dan ook steeds alert op. De informatie die we zo verkregen, legden we vervolgens bij iedereen terug. Deze aanpak geeft verbinding. Wat trouwens ook goed werkte, was om zaken visueel te maken. Een tekenaar bracht het proces overzichtelijk in kaart. Dit hielp ons om het gesprek op gang te krijgen.”
Een complex proces zoals deze realiseer je niet in korte tijd. Een lang traject kan consequenties hebben voor de motivatie van de betrokken partijen. Daarom maakten Thomas en Nadieh een tijdlijn met duidelijke mijlpalen. De verschillende mijlpalen vormden de routekaart naar landelijke dekking in 2025. “Het gebruik maken van mijlpalen is een krachtig instrument, omdat ze vooruitgang aantonen”, legt Thomas uit. “Ze helpen om de motivatie erin te houden en om iedereen op 1 lijn te brengen. Met mijlpalen maak je vorderingen zichtbaar en kun je beter prioriteiten stellen.”
Inmiddels is het organisatiemodel gepresenteerd. De verschillende provincies en gemeenten kunnen ermee aan de slag. Het was een bijzonder proces, waarin alle betrokken partijen samen veel geleerd hebben. Er is veel kennis gedeeld en opgedaan over het organiseren van keuzevrijheid van de speedpedelec.