Mobiliteitstransitie als ruimtemaker
Hoe creëer je ruimte?
Een straatbeeld zonder auto’s. We kunnen het ons niet meer voorstellen. Al decennia lang richtten we ons landschap in, op toenemend autogebruik. In steden creëerden we rondom de oude centra meer ruimte om te wonen en om ons per auto te verplaatsen. Ook in de regio kenmerkte het landschap zich meer en meer door autowegen. In ons denken over ruimtelijke inrichting stond de auto centraal.
Noodzaak tot anders kijken, denken en doen
En dat is vandaag de dag niet anders. In grote steden als bijvoorbeeld Rotterdam verplaats je je vaak sneller met de auto dan met de fiets. De doorstroom van auto’s heeft vaak nog prioriteit binnen stedelijke vernieuwing, en parkeren voor de deur is nog altijd relatief goedkoop. Nu we echter voor de enorme opgave staan om betaalbare woningen te bouwen, is het niet langer houdbaar de auto centraal te stellen. Ons huidige autobezit legt een flinke druk op die toch al schaarse ruimte. Dit dwingt ons tot een andere aanpak. Maar hoe doen we dat? Deze vraag staat vaak centraal in stedelijke opgaven waar we vanuit P2 aan werken.
Mobiliteitshub in Utrecht
P2’er Bert Vaessens werkt als projectmanager aan de mobiliteitstransitie voor de gemeente Utrecht. “Er is sprake van een verdichtingstendens in het bestaande stedelijk gebied. Zo ook in Utrecht”, vertelt Bert. "We breiden steden niet uit aan de randen maar zoeken in de stad naar nieuwe plekken voor woningbouw. Tijdens de eerste decennia van de 20e eeuw verplaatsten we ons, binnen de verdichte stadscentra, te voet, per fiets of met de tram. Het huidige beleidsprincipe van ‘stappen, trappen en OV eerst’, was destijds vanzelfsprekend. Eigenlijk kunnen we stellen dat we dit principe heruitvinden", geeft Bert aan. "De fiets vraagt aanzienlijk minder ruimtebeslag dan de auto waardoor je ruimte vrijspeelt voor woningen. Natuurlijk moet je alsnog voorzien in autoparkeerruimte." In zijn opgave werkt Bert daarom aan de komst van een mobiliteitshub in Utrecht. De hub moet ruimte bieden aan zo’n 2.000 auto’s in particulier bezit en aan deelauto’s, en wordt ontwikkeld op afstand van drie nieuw te ontwikkelen, autoluwe woonwijken.
Dat de mobiliteitstransitie niet vanzelf gaat, ervaart Bert in zijn opgave. “Je raakt aan het comfort van mensen. We voelen met z’n allen de noodzaak van autoluwe steden maar het valt ons zwaar om in te leveren op de luxe van een auto voor de deur." Daarom zorgt Bert, samen met collega’s, voor een aantrekkelijk aanbod van alternatieven. “Duurzamere vervoersalternatieven moeten aantrekkelijk zijn voor toekomstige bewoners zodat het makkelijker wordt om anders te reizen. Het fietspad moet al zijn aangelegd en de bus moet al rijden voordat mensen er komen wonen. Als je dat niet goed regelt aan de voorkant dan sla je de plank mis. Met duurzaam aanbod, hopen we duurzame vraag te creëren. Het zou natuurlijk fantastisch zijn als we met deze hub een concept ontwikkelen dat als voorbeeld dient voor andere steden. Waarbij naast het klantconcept ook de business case moet kloppen en er een goed bestuurlijk proces is doorlopen. Om het gewenste resultaat te behalen, moeten immers alle aspecten kloppen: klantconcept, business case, interne organisatie, aanbesteding en bestuurlijke goedkeuring. Als ‘voor-elkaar-krijg-kundige' zijn wij hier expert in."
We zoeken voortdurend naar oplossingen die toekomstige bewoners aanspreken.
Blijvend duurzaam functioneren
Merijn van Loon, werkzaam als P2-procesmanager in Nijmegen, beaamt dat je het toekomstige bewoners zo comfortabel mogelijk moet maken als je streeft naar een duurzame transitie die ook op lange termijn succesvol is. “Zo hebben we ons in Nijmegen hard gemaakt voor de aanleg van een directe fietsverbinding tussen woonwijk en station”, vertelt Merijn. “We zorgen ervoor dat langzaam verkeer meer ruimte krijgt. Bovendien voorzien we centrale fietsenstallingen in de nieuwe wijk. Geen gedoe met krappe fietsschuurtjes in tuinen van bewoners. Alles om het zo aantrekkelijk mogelijk te maken om de fiets te pakken. We zoeken voortdurend naar oplossingen die toekomstige bewoners aanspreken.”
Het voor elkaar krijgen van duurzame mobiliteitsoplossingen is één ding, maar het op lange termijn werkend houden is een tweede uitdaging, geeft Merijn aan. “We stellen onszelf de vraag hoe een duurzaam ingerichte woonwijk ook duurzaam blijft functioneren.” Je komt dan al snel terecht op het gedragscomponent.
Hier spelen we vanuit P2 met ons aanbod op in. Binnen het team Ruimte en Mobiliteit hebben we veel kennis en ervaring met gedragsaanpakken. Mooie voorbeelden daarvan zijn de programma’s Brainport Bereikbaar Eindhoven en Slim en Schoon Onderweg in regio Arnhem-Nijmegen. Door deze ervaringen te combineren met vakinhoudelijke kennis van duurzame mobiliteit in gebiedsontwikkelingen, kunnen we op meerdere vlakken de kennis en kunde leveren die ervoor zorgen dat zo’n complexe opgave slaagt. Door niet sec naar mobiliteit te kijken maar vanuit breder perspectief onze opgaven te benaderen, streven we naar langdurig succes. Niet alleen nu maar ook nog over 10 jaar.
Samenwerken is cruciaal
Kenmerkend in de aanpak van zowel Bert als Merijn is de integrale manier van werken. "Het zit in de genen van P2 om breed te kijken. We zoeken naar nieuwe invalshoeken door uitdagingen om te denken en laten we ons niet verleiden door de makkelijke weg. Daarbij streven we naar een point-of-no-return zodat we opgaven echt een stap verder brengen.", licht Bert toe.
Merijn: "Tegelijkertijd realiseren we ons dat het voor betrokken partijen vaak spannend is om het radicaal anders te doen. Daarom wegen we belangen goed tegen elkaar af. We zien het als onze taak om onderbelichte belangen op tijd naar de voorgrond te brengen. Als onafhankelijk manager kunnen wij makkelijker de kloof overbruggen tussen verschillende interne afdelingen en externe betrokkenen. Als je streeft naar duurzame oplossingen in complexe opgaven dan ontkom je er niet aan om samen breder te kijken. Samenwerken is onze kracht. Of P2’ers daarin uniek zijn? Dat zeker niet. Maar we zijn er wel erg goed in! "