Integraal programmeren in de RES: zo pak je dat samen aan
De RES Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen ontwikkelde, met netbeheerder Liander, een aanpak voor integraal programmeren van het energiesysteem in de RES-regio. Zij zijn daarmee gangmakers in de provincie Gelderland. ‘Durf ook te zeggen wat je nog niet weet.’
‘Wij zien elkaar wekelijks in het RES-team, dat is een van onze succesfactoren’, lacht Ine van den Hurk, procesregisseur van de RES Groene Metropoolregio (P2). Haar collega’s Wietse Kruijsse, (projectleider RES via TwynstraGudde) en Patrick Begemann (gebiedsregisseur bij Liander) knikken instemmend. Gedrieën benadrukken zij hoe belangrijk en vruchtbaar het is om in een goed georganiseerd verband samen te werken aan de RES in het algemeen en aan integraal programmeren in het bijzonder. ‘Het is vooral ook fijn dat netbeheerder Liander deel uitmaakt van ons team’, zegt Ine. ‘Het onderling vertrouwen is groot en we leren veel van elkaar.’
Bouwstenen voor provinciaal integraal programmeren
Met als basis die geoliede RES-samenwerking ontstond in de Groene Metropoolregio het idee om ook op de schaal van de RES een aanpak te ontwikkelen voor integraal programmeren. Dat betekent dat overheid, netbeheerder en andere betrokkenen alle huidige en voorgenomen plannen en ontwikkelingen in een gebied voor de komende jaren op een rij zetten en in lijn daarmee samen keuzes maken rond de energie-infrastructuur die daarvoor nodig is.
Maar is dat integraal programmeren niet eigenlijk een verantwoordelijkheid van de provincie? ‘Alle provincies hebben de taak een provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK) op te leveren, waarvoor integraal programmeren op provinciale schaal inderdaad nodig is’, legt Wietse uit. ‘In het programma Gelderse Energie Infrastructuur (GEIS), dat het provinciale integraal programmeren gaat vormgeven, kwam naar voren dat in onze provincie de zes RES-regio’s een geschikte schaal kunnen zijn voor integraal programmeren. Omdat onze regio goed is georganiseerd en wij al bezig waren met de ontwikkeling van het energiesysteem, zijn wij hier als eerste mee aan de slag gegaan. Andere regio’s kunnen voortbouwen op onze ervaringen. En onze resultaten vormen bouwstenen voor het provinciale integraal programmeren.’
Verkrijgen van inzicht in deelgebieden
Doel van integraal programmeren is het maken van gedragen keuzes over aanpassingen in het energiesysteem en daarmee op lange termijn het voorkomen van netcongestie. In de praktijk zien we dat dit proces ook leidt tot het bedenken van slimme oplossingen die netcongestie op korte termijn verminderen. Hoe pakt de regio dit aan? ‘We maakten in het voorjaar van 2023 een plan van aanpak’, zegt Wietse. ‘Tegelijkertijd regelden we het mandaat om dit als RES-regio te kunnen doen en zetten we de organisatie neer om het uit te voeren. Afgelopen najaar startten we met de eerste stap: het verkrijgen van inzicht in vraag naar en aanbod van energie in de regio, afgezet tegen de energie-infrastructuur die daarvoor nodig is.’ De regio is daarvoor opgedeeld in drie deelgebieden, vult Patrick aan. ‘In die deelgebieden organiseerden we gebiedssessies met voornamelijk gemeenteambtenaren op uiteenlopende beleidsterreinen. We legden eerst uit wat integraal programmeren is en waarom het belangrijk is. Lang niet alle gemeenteambtenaren zijn zich daar al van bewust. Zij moeten al hun plannen en voornemens met ons delen, dan is het belangrijk dat zij ons vertrouwen.’
Netbeheerder berekent impact op energiesysteem
De gebiedssessies leverden, behalve veel informatie, bij de deelnemers ook inzichten op rond de verwevenheid van energie en ruimtelijke ordening en over de investeringen die nodig zijn voor de periode na 2030. De nadruk in de RES lag tot nu toe vooral op duurzame opwek’, zegt Ine. ‘Maar het besef dringt nu door dat energie ook te maken heeft met ruimte en schaarste. En dat je dus bij bijvoorbeeld woningbouwprojecten of verduurzaming van bedrijventerreinen het onderwerp energie al vanaf het begin moet meenemen.’ ‘Bovendien zit in de hoofden van mensen vooral dat we netcongestie op korte termijn moeten oplossen’, zegt Patrick. ‘Tijdens de sessies konden we laten zien dat voor het uitbreiden en aanpassen van energie-infrastructuur langetermijninvesteringen nodig zijn. Een robuust energiesysteem voor na 2030 moeten we dus nú al voorbereiden.’ Belangrijk daarbij is dat je als netbeheerder niet alleen informatie vraagt, maar ook geeft, benadrukt Patrick. ‘Daarom leggen wij duidelijk uit wat we doen met de plannen die gemeenten indienen. Onze scenarioafdeling berekent wat die plannen betekenen voor onze infrastructuur. Zo kunnen we precies zien waar we problemen verwachten. We kunnen met de gemeenten vervolgens bespreken hoe we dat gaan oplossen.’
Samen slimme oplossingen zoeken
Dat laatste gebeurde tijdens vervolgsessies in de deelgebieden. Met de plattegrond op tafel is per onderstation gekeken wat de impact van de ingediende plannen is en hoe daar een slimme oplossing voor gevonden kan worden. ‘Soms is het mogelijk om ergens een extra onderstation te bouwen’, legt Patrick uit. ‘In andere gevallen kijken we of we een project kunnen verplaatsen of uitstellen. Ook de keuze voor een andere energiedrager kan helpen. Bijvoorbeeld bij het verduurzamen van de keramische industrie. Als zij bij het verduurzamen van hun productieproces kiezen voor waterstof in plaats van voor elektrificatie, scheelt dat een knelpunt op het elektriciteitsnet. Hetzelfde geldt bij een nieuwbouwproject: het verwarmen van woningen via een collectief warmtenet is beter voor het elektriciteitsnet dan met individuele warmtepompen.’
‘De ontwerpkeuzes die uit deze sessies voortkomen, vertalen we in concrete acties’, zegt Patrick. ‘Die komen met een planning in een gezamenlijk uitvoeringsplan. We zijn nu met het eerste deelgebied zo’n conceptplan aan het opstellen.’ Wie stelt dat uitvoeringsplan vast? ‘Als er door de keuzes in het uitvoeringsplan in een bepaalde gemeente iets aan de kaders van de RES verandert, beslissen het betreffende college en de gemeenteraad erover’, zegt Ine. ‘Voorbereidende discussies vinden zowel ambtelijk als bestuurlijk plaats in het afstemmingsplatform Circulaire Regio.’
Door open en eerlijk te zijn wek je vertrouwen
De RES Groene Metropoolregio wil zo jaarlijks een cyclus van integraal programmeren gaan uitvoeren. Welke tips hebben Ine, Patrick en Wietse voor andere RES-regio’s die hier ook mee bezig gaan? ‘Zorg dat je het mandaat organiseert dat je dit als regio mag doen’, antwoordt Ine. ‘Wie doet wat, en wie is waartoe bevoegd? Daar moet helderheid over bestaan.’ Tegelijkertijd moet je ook het lef hebben om alvast een eerste stap te zetten voordat er volledige duidelijkheid is over het mandaat, vindt zij. Daarnaast benadrukt Ine het belang van transparant zijn en elkaar volledig vertrouwen. ‘Dat betekent dat je ook durft te zeggen wat je nog niet weet.’ Patrick sluit zich daarbij aan: ‘Bij Liander vinden wij het soms lastig om onze data te delen, maar door open en eerlijk te zijn, wek je vertrouwen, en durven gemeenten óók hun gegevens met jou te delen.’ Begin klein, en bouw het proces dan stap voor stap op, adviseert Wietse tot slot. ‘Start met de fase van het verkrijgen van inzicht. Als dat goed is verlopen, ga je door met stap 2 en verder.’
Dit interview is eerder gepubliceerd op de website van Nationaal Programma Regionale Energiestrategie